Alfabetisch Bijbels [ingekort] register van de letter G

 

Gabriël [mijn kracht is God of God heeft zich sterk betoond] – Dan.8:16 en 9:21 – ‘iemand die er uitzag als een man’- ‘kwam de man Gabriël in ijlende vlucht tot vlak bij mij’ – deze gaf aan Zacharias en daarna aan de maagd Maria een boodschap; Gabriël zei tegen Zacharias: ‘ik ben een vorst onder de engelen en sta altijd voor het aangezicht van de Almachtige’.

Gabriël en Zuriël: Deze engelen houden de hele schepping onder controle. Ieder hemellichaam, elke zon, moet aan hun geringste wenken gehoorzamen. [Jeugd Jezus 152]

Gabbatha – een groot hooggelegen plein in Jeruzalem – daar stond de stoel, waarop degene die recht moest spreken ging zitten – Toen Jezus voor Pilatus moest terechtstaan, zat deze rechter ook op die stoel;

Gad – [betekent geluk] – zoon van Jakob en Zilpa [slavin van Lea]- Openb.7:5; is ook kroniekschrijver en ziener;

Gadarenen – [Gersenen of Gergesenen] – een plaats oostelijk van het Galilese meer – de plaats Geresa is identiek met Gadara; Matth. 8:8 - Jezus heeft eenmaal het gebied, althans het ‘land van de Gadarenen’ (meteen aan de overzijde van het meer van Galilea) bezocht en daar Legio, de bezetene genezen (Matth.8:28; Mark.5:1). Na zijn genezing ging deze als een ware evangelist de streek waar hij woonde door. Meer hierover in onze website, sub bijbelse kernwoorden/ zwijn.

Dat Jezus de duivelen toestond in de kudde zwijnen te varen en in de zee te storten, kan erop wijzen, dat in het gebied ook heidenen woonden (Joden zouden zeker geen kudde van onreine varkens houden) - Jezus Zelf heeft Zich tijdens Zijn verblijf op aarde in Zijn verkondiging beperkt naar de opdracht van Zijn Vader tot het volk der Joden in Kanaän. Slechts een enkele keer (zoals Mark.7:31) kwam Hij daarbuiten (Tyrus en Sidon). In het gebied van Dakapolis genas Hij een dove man met een spraakgebrek. Meer hierover in onze website, sub bijbelse kernwoorden/ doof, dove, als doof. Dit gaan van Jezus naar een half heidens land was a.h.w. een voorschot op Pinksteren. Daar verrichtte Jezus wellicht ook de spijziging van de vierduizend (Mark.7:32-8:9).

Galaten – Gal. 3:1 – een keltisch volk dat zich ca. 300 v. Chr. op de hoogvlakte van Klein Azië vestigt. De brief aan de Galaten, waarschijnlijk geschreven vanuit Efeze, richt zich tot en tegen de zogenaamde judaďserenden, die het evangelie verdraaien. [Gal.1:7]

Galgal – omwenteling [van een wiel] – ook werveling – [Ezech. 10:13];

Galilea [Galil] – ongeveer het gebied van Jozreël en Naftali – zij zijn aan hun spraak herkenbaar;

Gamaliël – in de dagen van de apostel Paulus een wijs lid van de hoge Raad [Sanhedrin] – toen men de twaalf discipelen van Jezus wilde doden, hield hij een verstandige rede en weerhield het Sanhedrin hiervan – later als men een verstandige raad moest geven, noemde men dat ook wel de Gamaliëlsraad;

Garizim - Onze vaders zeggen dat men op de berg Garizim, waar de eerste aartsvaders God al aanbeden hebben, God moet aanbidden. De Joden zeggen echter dat Jeruzalem de juiste plaats is om God te aanbidden.  Ik zeg, je kent toch de opperpriester Jonaël van Sichar die op de Garizim offerde? Jezus ging met de anderen vanuit het huis van Mattheus de tollenaar naar de berg Garizim en komt na een uur gaans bij de berg aan. bron: GJE1-66 - GJE1-25:4

Gaza1800 v. Chr. was het al een belangrijke Filistijnse handelsstad – net als vroeger maakt men er nu nog een dunne textielstof, vandaar ons woord ‘gaas’.

Geaardheid -  De Heer zegt tegen zeer slechte mensen: "Maar het ligt ook in jullie aard om goed te zijn, want jullie kennen goed en kwaad; maar jullie hoogmoedige wil is slecht en ontembaar en jullie kan dus geen genade en mededogen ten deel vallen! Jullie willen zelf lijden en gepijnigd worden, daarom worden jullie uit vrije wil eeuwig gepijnigd! Want Mijn orde duurt eeuwig en is onver­anderlijk, dat weten jullie heel goed. Maar jullie weten ook, wat je moet doen om een goed gebruik te maken van de eeuwige orde. Omdat je haar echter in je nadeel verandert, draag dan ook je verlies en verdwijn dus uit Mijn ogen!" Dan klinkt er een daverende knal, rook en vuur komen uit de aarde en een in een oogwenk ontstane spleet verslindt het ellendige ongedierte. Want de uitgedreven geesten zagen er voor de aanwezigen uit als koolzwarte slangen, die nu gezamenlijk door de vurige scheur in de Aarde werden verslonden, hetgeen de aanwezigen zo deed schrikken dat zij begonnen te rillen. GJE3-21 [14,15]

Geberrentmeester van koning Salomo;

Geboorte - De eerste staat van geboorte is duisternis – maar Gods Geest zweeft over de wateren – Gen.1:2 = 1e scheppingsdag of de eerste staat.

Geboeid  - Iemand die aan handen en voeten geboeid is, heeft ook een zwaar geboeide tong. [GJE3-38]

Geboortedag - Wie bijvoorbeeld eens per jaar de geboortedag van zijn vader viert moest eigenlijk ook iedere dag het geboorteuur vieren, wat beslist beter zou zijn dan de jaarlijkse geboortedag! Ik zeg je, al dat soort herdenkingsfeesten van de mensen hebben voor Mij geen waarde, tenzij ze dagelijks of liever ieder uur in het hart doorleefd worden. Overigens wil Ik hiermee de echte herdenkingsfeesten niet opgeheven hebben, maar ze moeten naast het jaarlijkse ook het dagelijkse in het hart meebrengen, omdat ze anders als dood en dus zonder uitwerking betracht moeten worden. bron: GJE2-157

Geboorteplaats Johannes de Doper - Ain Karem bij Yad Vashem (gedenkteken en naam) zie ook Jesaja 56:5: een eeuwige naam geef ik hen, dat nooit uitgevoerd wordt. Ain Karem ligt 7 kilometer voor de oude stad Jeruzalem – vandaag de dag gaat het uitzicht van een plateau op groene bossen, zilverachtige schemerende olijfbomen en heuvels met terrassen, die door lange stenen muren gesteund worden – Johannes zou ook in een grot geboren zijn? De plaats van het geboortehuis van Johannes de doper wordt niet in de Bijbel aangeduid. Dit kan nooit zoals helaas vaak word vermeld, in Ain Karim – een dorp in een zeer lieflijk dal – nog geen 10 km ten westen van Jeruzalem – zijn geweest. Immers, Jozef woonde in Nazareth, samen met Maria en dit ligt niet dichtbij Jeruzalem. Maria bezocht haar nicht Elisabeth, niet ver van Nazareth – maar wel bijna een dag lopen. (35 kilometer);

Gedenkfeesten - Een jaarlijks feestelijk etentje baat de arme noch jou iets, en Mij geeft het geen vreugde. Wie Mij gedenkt, moet dat alle uren van de dag doen, maar een jaarlijks gedenken kan Ik niet gebruiken! Als je zo'n feest instelt, lijk je op de tempelpriesters te Jeruzalem die ook driemaal per jaar gedenkfeesten vieren. bron: GJE2-157

Geduld - Jezus zegt: men moet zo lang mogelijk geduld hebben, maar als de uiterste grens eenmaal bereikt is, dan moet zonder verdere omhaal en zonder verdere toegeeflijkheid met alle bliksems en donders erop geslagen worden, anders zouden de zondaars meteen op de gedachte komen dat men schertste en met hen een kinderspelletje speelde. bron: GJE2-121 - Geduld van God heeft in bepaalde zaken haar vaste grenzen. Een God die boos is, is niet meer zo gemakkelijk te sussen en niet van vandaag op morgen een verdiende straf van een erge zondaar door de vingers zien. bron: GJE1-212

Geestelijke rijpheid - Zie, zolang de nieuwe wijn niet behoorlijk is uitgegist, blijft hij troebel en als u hem in een kristallen beker doet en dan de beker tegen het zonlicht houdt, dan zal zelfs dat onovertroffen licht niet door de vertroebeling van de nieuwe wijn heen kunnen dringen, en precies zo gaat het met de mens. Als hij niet behoorlijk uitgegist is en door het gistingsproces al het onreine uit zich verwijderd heeft, kan het hemelse licht zijn wezen niet doordringen. (GJE1-19:12)

Geestesgesteldheid: Het komt daar­voor helemaal niet op leeftijd aan, noch ook op het onderwezen wor­den; wel op wat voor een geest men heeft! Leren moeten alleen het lichaam en de ziel; terwijl de geest reeds alles uit God in zich heeft! JVJ 55-23

Gehazide profeet Elisa had eens een Syrische generaal – Naäman – van melaatsheid genezen door hem aan te raden zich zevenmaal in de Jordaan te wassen. Elisa wilde er niet voor betaald worden, hoewel Naäman veel geld en goederen had meegenomen. Elisa’s knecht Gehazi vond dit toch wel zonde en ging Naäman achterna met het verzonnen verhaal, dat Elia gasten had gekregen. Voor hen zou Elisa toch wel iets willen hebben. Naäman gaf Gehazi wat deze vroeg; blij iets te kunnen doen. Toen Elisa dit ontdekte, kreeg Gehazi voor straf de ziekte van Naäman.

Geheimen:  Er is niets zo verborgen, dat het niet zichtbaar is aan Mij en er is ook niets zo geheim, dat Ik het niet zou weten - [Mathh.­10:26] [bron: GJE1-138]

GeldDarius de Grote [522-486 v. Chr.] was de eerste vorst die gouden en zilveren geldstukken liet maken; voorheen gebruikte men staven, ringen en stukken gewogen metaal, die een bepaalde waarde vertegenwoordigden, om zaken mee te doen – ook graan en andere goederen als betaalmiddel; echt gemunt geld leerden de Israëlieten in hun ballingschap kennen; eigen Hebreeuwse munten zien we pas ca. 160 v. Chr. verschijnen en dan niet met de beeltenis van een vorst erop, maar met symbolen van vruchtbaarheid;

Gelijkenissen - Ik zal spreken in gelijkenissen en zal vertellen, wat vanaf het begin der wereld voor alle mensen een geheim was! (Matth. 13:35) - bron: GJE1-192 - Hebben de profeten dan niet bijna allen zonder uitzondering van Christus voorspeld, dat Hij slechts in gelijkenissen Zijn boodschap zou brengen en niet zonder gelijkenissen met de mensen zou spreken?' - Wij moeten proberen onze geest wakker te maken door volgens Gods geboden te leven. Pas als de geest wakker is, zullen wij begrijpen, wat de Heer door middel van zo'n overeenkomstig beeld in gelijkenisvorm allemaal gezegd en geopenbaard heeft, en juist hierin zal Zijn goddelijk woord zich eeuwig van ons menselijk woord onderscheiden. bron: GJE1‑42

Genade - Petrus beschuldigt de Heer van een bepaalde onrechtvaardigheid en zelfs een tirannieke wreedheid. Jezus geeft hem te kennen dit niet mooi te vinden. En vooral des te minder mooi, omdat Petrus immers weet, wie de Heer is, Die toch heus wel beter het aantal mensen op aarde kent, die Hem nog niet kennen. Hoe zou de Heer van het leven zulke onwetende en onschuldige mensen dan kunnen richten en verdoemen? De Heer komt dus terug op de vorige -niet bepaald wijze- uitspraak van Petrus. Als een volk gewetensvol naar hun leer leeft en handelt, ook al is die verkeerd en bevat die afgoderij, dan is dat in de ogen van de Heer nog geen zonde of weinig zonde. Want zo’n volk weet niet beter, maar leeft wel in een duistere dwaling. Eénmaal aangekomen in de andere wereld zullen ze alles over het Licht van de Heer licht ontvangen.

Dan geeft Jezus een mooi voorbeeld van de nachtelijke wandelaar die in het donker allerlei gespuis op de weg ziet en een boomstronk voor een straatrover houdt en een grote steen op de weg voor een hyena. Maar als de wandelaar overdag nog eens dezelfde route zal lopen, zal hij zich schamen voor zijn onterechte angst en kan hij over zijn domheid lachen. Overledenen en onwetende zielen vinden aan gene zijde hun pad eerder gemakkelijker dan zielen die met gemak hebben kunnen zien, wie de Heer is. Maar hun wereldse instelling wil dit niet toe staan. Ook éénmaal aangekomen in het geestenrijk ontvluchten en verachten zij deze waarheid nog meer. Maar de Heer God zal hen nooit persoonlijk richten, maar wel de eeuwige waarheid, die in hen woont. Een ziel kan zichzelf ook daar verwerpen. Als troost kan de verloren zoon echter altijd terugkomen. Gelukkig heeft de vader vele woningen in Zijn Rijk, d.w.z. veel leerscholen en opvoedingsinrichtingen, waar zelfs de ergste menselijke duivel nog bekeerd en verbeterd kan worden. (GJE10-154) (Opmerking: in de eerste en tweede helgebieden als verschijnsels!)

Genegenheid - Het meisje moet tot op het laatste moment maar zeer weinig laten merken dat zij in haar hart een man op een speciale manier genegen is, pas als het serieus wordt, moet zij de man die haar tot vrouw wil nemen, een kijkje in haar hart geven, ‑anders verleidt zij hem op een onjuist moment, en als er zich dan mogelijkerwijs hindernissen voordoen, maakt zij zijn hart treurig en zijn gemoed onrustig! En dat is allemaal erg kwalijk.

Zo is hier een heel onverwacht huwelijk gesloten, dat wel een van de gelukkigste op de gehele aarde genoemd mag worden. En daaruit blijkt, dat iemand datgene wat hij Mij geheel offert, nooit verliest, maar gevuld met de grootste zegen terugkrijgt op een moment waarop hij het wel het minst verwacht. Dit is een lering voor ieder, die dit horen of zelf lezen zal, want op deze wijze kan men alles van Mij verlangen. Wie alles aan Mij offert, die offer Ik ook alles; wie echter gul offert, maar daarbij toch nog veel voor zichzelf behoudt, die ontvangt slechts dat terug, wat hij geofferd heeft. Bron: GJE2-44

Gennesaret Chinneret, Gennesareth, Gennezareth – stad op de noord-westelijke oever van het meer van Galilea – in Nafteli – wordt ook zee van Tiberias of zee van Galilea genoemd; het meer is ca. 21 km lang en 12 km breed; de jordaan stroomt er van noord naar zuid doorheen;

Genezijde - Want na dit leven komt nog een leven, dat nooit eindigt, of het nu goed is of slecht, -het duurt even lang. En voor die eeuwige tijd geef Ik nu reeds een rechtvaardig oordeel: Ik vervloek al de steden, waarin Ik zoveel goeds gedaan heb en waarvan Ik nu een loon ontvang zoals jullie dat zojuist hoorden! GJE1-148 [2]

Georgië - Dit land bevindt zich precies in het gebied, dat historisch en door de Bijbel wordt aangeduid als Gog, Mesechg en Tubal. [zie verder Ezechiël 38,39];

Gerasa (Jerasj), niet ver van de rivier de Jabbok waar Jakob zijn worsteling had.

GerizimGerizzim – een tweelingberg met de Ebal in het gebergte van Efraďm ten noordoosten en zuidoosten van Sichem; zie ook Richteren 9:7, Joh.4:20; deze berg is 870 m hoog en ligt tegenover de berg Ebal; het dal daartussen pronkt met de mooie naam Sichem; hier maakte God een verbond met Jozua, zoals dat verteld wordt in Joz. 24; de Samaritanen vieren elk jaar het paasfeest zo dicht mogelijk bij de top [de plaats heet nu NABLOES];

Germanus - betekent in het Latijn broeder; 2000 jaar geleden waren de Germanen nog heidenen en er was geen enkele spoor meer over van geestelijke ontwikkeling te ontdekken. Toch waren de Germanen van die tijd – eens in Azië, de wieg van het mensengeslacht en hadden uit de hemelen de rechtstreekse opvoeding genoten. [GJE2-211,212]

GestasNaam van de ‘slechte’ moordenaar , die met Jezus werd gekruisigd; de andere ‘goede moordenaar’ heette Dysmas;

Gesur [brugland] was de vader van Davids derde vrouw Maälka en dus grootvader van Absalon. Naar hem vlucht Absalon [2 Sam. 13:37]

Gethsemane – olijvenpers – terrein in het Kidrondal aan de voet van de Olijfberg, waar Jezus zich voorbereidt op Golgota; deze tuin lag aan de weg Jeruzalem-Bethanië, vlak bij de Olijfberg; de tuin bestaat nu nog en is het eigendom van Fransiscaner monniken;

Gevaren - Als je op de weg een adder ziet loeren, ontwijk die dan; want de gehele aardbodem is nog lang niet met adders bedekt!' Ook de nacht moet er zijn, net zo goed als de dag, opdat de mens de waarde van het licht erkent. Overdag heeft geen mens behoefte aan het licht van de lamp, maar als de nacht komt, voelt ieder mens heel smartelijk het ontbreken van het licht. Zo veel het hem mogelijk is, steekt hij een licht aan en een zwak schijnsel maakt zijn kamers voor hem al aantrekkelijker dan het zo vaak voorkomende aardedonker. bron: GJE2-18 en GJE2-203

Gezichtsbeeld Jezus - Het enige gezichtsbeeld van Jezus werd in opdracht van de Turkse keizer afgenomen in de schatkamer van Constantinopel – door de paus Innocent de 8ste (1488-1492) om zijn broer vrij te krijgen, die gevangen was door de christenen.

Geweld - Want zolang je nog met geweld in toom gehouden en geleid moet worden, ben je een duivel; maar als je je door de liefde, de zachtmoedigheid en het geduld Iaat leiden, ben je als een engel van God, en waard om een kind van de Allerhoogste te zijn! Met liefde bereik je alles, het geweld haalt alleen de duivel maar uit zijn slaap! En als die wakker is, kun je niet veel goeds voor de aarde verwachten! Daarom is het veel beter, dat de liefde en de zachtmoedigheid in de mensen groeit en altijd wakker blijft en dat daardoor de duivels de kans krijgen om te slapen en te rusten zodat ze de aarde geen kwaad doen, dan dat men de duivels met het dreunende lawaai van het geweld wakker schudt, waarna zij dan de aarde en alles wat daarop is te gronde richten! Zeg maar eens, wat je daar tegen inbrengen wilt en kunt!' [GJE1-76 [3-5]

Gewichten en maten – een efa = 3,6 liter; een dagreis = 20 mijlen, een mijl = 1480 meter, een el = 50 cm., een juk = 50 are, een sabbatreis = 2000 el, stadie = 185 m;

Gibeon - Dit betekent ‘ommuurde wijngaard’. Het stadje lag 10,5 km ten Noorden van Jeruzalem. Daar zijn handvaten van kruiken gevonden met het woord Gibion. Het is het stadje El-Jib, vroeger het oude Gibeon.

Gideon – [boomveller] zoon van Joas, een Abiëzriet te Ofra – één van de vijf grote richteren – uit de stam Manasse – Joz.16:2: hij wordt geroepen om Israël te verlossen. Richt. 6:14, 26 – begeert het koningschap niet – sterft op hoge leeftijd;

Gilboa – springbron – gebergte van 500 meter hoogte in Issakar, tussen de vlakte van Jizreël en de Jordaan;

Gilgal – [steenkring] – in de omgeving van de Jordaan – 2 Kon.2:1 – op het gebergte van Efraďm of aan de voet van de Gerizim – 2 Kon.2:1, Deut.11:30;

Goa = heuvel bij Jeruzalem;

Goeddunk -  Wees wat u wilt en Ik zal ook zijn wat Mij goeddunkt. [bron: GJE1-118]

God is ook vrouwelijk – De Heer: ‘Ik ben een man en vrouw tegelijk in Mijn diepste Godheid; maar niet zoals jullie denken.  Dus is de vrouw in Mij de Wijsheid dat eeuwig straalt, en eeuwig voortdurend in gelijke kracht en sterkte gewekt wordt in de liefde. Deze wijsheid is de liefde van God en eeuwig kenmerkend onafscheidelijk van de rechterhand van de vrouw, met wie Ik eeuwig als enige God toch alle dingen heb voortgebracht – en geen andere vrouw nodig was, de enige eeuwige ware liefdevolle God, van eeuwigheid de Man, de eerste eeuwige en de laatste eeuwige!’

Godsdienstgroep – De Heer: ‘Op dit moment ga Ik bij hen staan, leg Mijn handen op hun schouders en zeg: 'Zo is het goed, Mijn beste vrienden! Waar jullie zo in Mijn naam bij elkaar zult zijn, daar zal Ik, weliswaar niet zichtbaar, maar dan toch jullie zo krachtig mogelijk versterkend, in jullie midden zijn!’ [Mark. 9,38-40} GJE1-73 [9]

Godshuizen: Waarin broeders samen zullen komen om dan de ene, alleen ware God de eer te geven. En hun kinderen zullen in de godshuizen onderwezen worden in de leer die Ik nu aan de mensen geef voor hun tijdelijke en eeuwige heil. bron: GJE2-172

Golangebergte -  5-30 kilometer oostelijk van het meer an Galilea;

GolgothaCalvarië, Kalvariën – schedelplaats, schedelvorm – op deze plaats zou [volgens de legende] de schedel van Adam zijn begraven – vroeger een plaats buiten Jeruzalem – Hebr. 13:12;

Goliat – betekent glans – een filistijnse reus die door David wordt verslagen; hij leefde 1000 v. Chr. was langer dan 2 meter en droeg een pantser van 80 kilo; David onthoofde hem, toen Goliah getroffen werd door een steen in zijn voorhoofd; het zwaard hing later in de tempel van Nob;

Gomorra – samen met Sodom genoemd – zuid-oostelijk van de Dode Zee of onder dit meer;

Gosen – vruchtbaar landsteek in Egypte toegewezen door Jozef aan zijn vader Jakob en de zijnen; De feitelijke tijd, dat de Israëlieten in het land Gosen, dat in Egypte lag, gewoond hebben, daarvan is het aantal jaren  circa 210; gerekend vanaf Abraham zijn er dan nog ongeveer 220 jaar voorbijgegaan, met een totaal van 430. Zij mochten de Egyptische kalender niet aanhouden. [Exodus 12:2]

Gouden kalf: toen de Israëlieten ongeduldig 40 dagen wachten op Mozes, die op de berg Horeb was, maakten zij een gouden kalf en aanbaden het; De Heer noemden toen Zijn volk niet meer ‘Mijn volk’, maar zei tegen Mozes: ‘uw volk’; dit gouden kalf vermorzelde Mozes tot pulver en wierp het in de zee en liet het volk daarvan drinken [homeopathische remedi];

Graf van Jozef van Arimathea - Zou gezocht kunnen worden in de vlakte van Rephaim vlakbij het oude Jeruzalem;

Groep Lorber -  Op dit moment ga Ik bij hen staan, leg Mijn handen op hun schouders en zeg: 'Zo is het goed, Mijn beste vrienden! Waar jullie zo in Mijn naam bij elkaar zult zijn, daar zal Ik, weliswaar niet zichtbaar, maar dan toch jullie zo krachtig mogelijk versterkend, in jullie midden zijn! – ZIE OOK (Mark. 9,38-40) - GJE1-73 [9]

Grondbezit – De Heer daarover: ‘God heeft het niet ingesteld dat mensen de grond in bezitnamen, maar de zelf­ en heerszuchtige mensen hebben dat gedaan! ‘Die hebben zulke wetten en zo'n regeling getroffen. Maar bij het begin der wereld was het niet zo, toen was heel lang de hele Aarde het bezit van iedereen! Toen echter uit die mensen de kinderen van Kaďn een deel van de Aarde in vast en erfelijk bezit hebben genomen en daarvoor wetten en een zelf­ en heerszuchtige orde hebben gemaakt, toen duurde het dan ook geen duizend jaar meer! God hield de komende zondvloed niet tegen, waardoor allen ver­dronken, op een paar na, die behouden werden. En zo zal het weer gaan! God is weliswaar zeer lankmoedig en heeft veel geduld, maar Hij zal jullie gedoe weldra moe worden; en let dan eens op wie na jullie de bezitter van de Aarde wordt! God. [bron: GJE1-124]

Grondrust - In het zevende jaar moet een grondstuk met rust worden gelaten. Het braak leggen is een belangrijk middel om de oogst zo gezond mogelijk te houden en om de grond niet uit te putten.

 

[bron: Het Bijbels Namenboek Jurriaan Wijchers en Simon Kat, Bijbels woordenboek Lize Stilma & De Nieuwe Openbaringen – Jakob Lorber – 1840]  

 

UpToDate 2024-2025