Alfabetisch Bijbels [ingekort] register van de letter G
Gabriël [mijn kracht is God of God
heeft zich sterk betoond] – Dan.8:16 en 9:21 – ‘iemand die er uitzag als een
man’- ‘kwam de man Gabriël in ijlende vlucht tot vlak
bij mij’ – deze gaf aan Zacharias en daarna aan de
maagd Maria een boodschap; Gabriël zei tegen Zacharias: ‘ik ben een vorst onder de engelen en sta altijd
voor het aangezicht van de Almachtige’.
Gabriël en Zuriël: Deze
engelen houden de hele schepping onder controle. Ieder hemellichaam, elke zon,
moet aan hun geringste wenken gehoorzamen. [Jeugd Jezus 152]
Gabbatha – een groot hooggelegen plein
in Jeruzalem – daar stond de stoel, waarop degene die recht moest spreken ging
zitten – Toen Jezus voor Pilatus moest terechtstaan,
zat deze rechter ook op die stoel;
Gad – [betekent geluk] – zoon van Jakob en Zilpa [slavin van Lea]-
Openb.7:5; is ook kroniekschrijver en ziener;
Gadarenen – [Gersenen of Gergesenen] – een plaats oostelijk van het Galilese meer – de plaats Geresa
is identiek met Gadara; Matth. 8:8 - Jezus
heeft eenmaal het gebied, althans het ‘land van de Gadarenen’
(meteen aan de overzijde van het meer van Galilea)
bezocht en daar Legio, de bezetene genezen (Matth.8:28; Mark.5:1). Na zijn
genezing ging deze als een ware evangelist de streek waar hij woonde door. Meer
hierover in onze website, sub bijbelse kernwoorden/
zwijn.
Dat Jezus de duivelen toestond in de
kudde zwijnen te varen en in de zee te storten, kan erop wijzen, dat in het
gebied ook heidenen woonden (Joden zouden zeker geen kudde van onreine varkens
houden) - Jezus Zelf heeft Zich tijdens Zijn verblijf op aarde in Zijn
verkondiging beperkt naar de opdracht van Zijn Vader tot het volk der Joden in Kanaän. Slechts een enkele keer (zoals Mark.7:31) kwam Hij
daarbuiten (Tyrus en Sidon).
In het gebied van Dakapolis genas Hij een dove man
met een spraakgebrek. Meer hierover in onze website, sub bijbelse
kernwoorden/ doof, dove, als doof. Dit gaan van Jezus naar een half heidens
land was a.h.w. een voorschot op Pinksteren. Daar verrichtte Jezus wellicht ook
de spijziging van de vierduizend (Mark.7:32-8:9).
Galaten – Gal.
3:1 – een keltisch volk dat zich ca. 300 v. Chr. op
de hoogvlakte van Klein Azië vestigt. De brief aan de Galaten, waarschijnlijk
geschreven vanuit Efeze, richt zich tot en tegen de
zogenaamde judaďserenden, die het evangelie
verdraaien. [Gal.1:7]
Galgal –
omwenteling [van een wiel] – ook werveling – [Ezech.
10:13];
Galilea [Galil] – ongeveer het gebied
van Jozreël en Naftali –
zij zijn aan hun spraak herkenbaar;
Gamaliël – in de dagen van de apostel
Paulus een wijs lid van de hoge Raad [Sanhedrin] – toen men de twaalf
discipelen van Jezus wilde doden, hield hij een verstandige rede en weerhield
het Sanhedrin hiervan – later als men een verstandige raad moest geven, noemde
men dat ook wel de Gamaliëlsraad;
Garizim - Onze vaders
zeggen dat men op de berg Garizim, waar de eerste
aartsvaders God al aanbeden hebben, God moet aanbidden. De Joden zeggen echter
dat Jeruzalem de juiste plaats is om God te aanbidden. Ik zeg,
je kent toch de opperpriester Jonaël van Sichar die op de Garizim offerde?
Jezus ging met de anderen vanuit het huis van Mattheus
de tollenaar naar de berg Garizim en komt na een uur
gaans bij de berg aan. bron: GJE1-66 - GJE1-25:4
Gaza – 1800 v. Chr. was het al een
belangrijke Filistijnse handelsstad – net als vroeger
maakt men er nu nog een dunne textielstof, vandaar ons woord ‘gaas’.
Geaardheid
- De Heer zegt
tegen zeer slechte mensen: "Maar het ligt ook in jullie aard om goed te
zijn, want jullie kennen goed en kwaad; maar jullie hoogmoedige wil is slecht
en ontembaar en jullie kan dus geen genade en mededogen ten deel vallen! Jullie
willen zelf lijden en gepijnigd worden, daarom worden jullie uit vrije wil
eeuwig gepijnigd! Want Mijn orde duurt eeuwig en is onveranderlijk, dat weten
jullie heel goed. Maar jullie weten ook, wat je moet doen om een goed gebruik
te maken van de eeuwige orde. Omdat je haar echter in je nadeel verandert,
draag dan ook je verlies en verdwijn dus uit Mijn ogen!" Dan klinkt er een
daverende knal, rook en vuur komen uit de aarde en een in een oogwenk ontstane
spleet verslindt het ellendige ongedierte. Want de uitgedreven geesten zagen er
voor de aanwezigen uit als koolzwarte slangen, die nu gezamenlijk door de vurige
scheur in de Aarde werden verslonden, hetgeen de aanwezigen zo deed schrikken
dat zij begonnen te rillen. GJE3-21 [14,15]
Geber – rentmeester van koning Salomo;
Geboorte - De eerste staat van geboorte is duisternis – maar
Gods Geest zweeft over de wateren – Gen.1:2 = 1e scheppingsdag of de eerste
staat.
Geboeid - Iemand die aan handen en voeten geboeid is,
heeft ook een zwaar geboeide tong. [GJE3-38]
Geboortedag - Wie bijvoorbeeld eens per jaar de geboortedag van
zijn vader viert moest eigenlijk ook iedere dag het geboorteuur
vieren, wat beslist beter zou zijn dan de jaarlijkse geboortedag! Ik zeg je, al
dat soort herdenkingsfeesten van de mensen hebben voor Mij geen waarde, tenzij
ze dagelijks of liever ieder uur in het hart doorleefd worden. Overigens wil Ik
hiermee de echte herdenkingsfeesten niet opgeheven hebben, maar ze moeten naast
het jaarlijkse ook het dagelijkse in het hart meebrengen, omdat ze anders als
dood en dus zonder uitwerking betracht moeten worden. bron: GJE2-157
Geboorteplaats Johannes de Doper - Ain Karem bij Yad Vashem
(gedenkteken en naam) zie ook Jesaja 56:5: een
eeuwige naam geef ik hen, dat nooit uitgevoerd wordt. Ain
Karem ligt 7 kilometer voor de oude stad Jeruzalem –
vandaag de dag gaat het uitzicht van een plateau op groene bossen,
zilverachtige schemerende olijfbomen en heuvels met terrassen, die door lange
stenen muren gesteund worden – Johannes zou ook in een grot geboren zijn? De
plaats van het geboortehuis van Johannes de doper wordt niet in de Bijbel
aangeduid. Dit kan nooit zoals helaas vaak word vermeld, in Ain
Karim – een dorp in een zeer lieflijk dal – nog geen
10 km ten westen van Jeruzalem – zijn geweest. Immers,
Jozef woonde in Nazareth, samen met Maria en dit ligt niet dichtbij Jeruzalem.
Maria bezocht haar nicht Elisabeth, niet ver van Nazareth – maar wel bijna een dag lopen.
(35 kilometer);
Gedenkfeesten - Een jaarlijks feestelijk etentje baat de arme noch jou iets, en Mij geeft
het geen vreugde. Wie Mij gedenkt, moet dat alle uren van de dag doen, maar een
jaarlijks gedenken kan Ik niet gebruiken! Als je zo'n feest instelt, lijk je op
de tempelpriesters te Jeruzalem die ook driemaal per jaar gedenkfeesten vieren.
bron: GJE2-157
Geduld - Jezus zegt: men moet zo lang mogelijk geduld hebben, maar als de
uiterste grens eenmaal bereikt is, dan moet zonder verdere omhaal en zonder
verdere toegeeflijkheid met alle bliksems en donders erop geslagen worden,
anders zouden de zondaars meteen op de gedachte komen dat men schertste en met
hen een kinderspelletje speelde. bron: GJE2-121 - Geduld van God heeft in
bepaalde zaken haar vaste grenzen. Een God die boos is, is niet meer zo
gemakkelijk te sussen en niet van vandaag op morgen een verdiende straf van een
erge zondaar door de vingers zien. bron: GJE1-212
Geestelijke
rijpheid - Zie, zolang de
nieuwe wijn niet behoorlijk is uitgegist, blijft hij troebel en als u hem in
een kristallen beker doet en dan de beker tegen het zonlicht houdt, dan zal
zelfs dat onovertroffen licht niet door de vertroebeling van de nieuwe wijn
heen kunnen dringen, en precies zo gaat het met de mens. Als hij niet
behoorlijk uitgegist is en door het gistingsproces al het onreine uit zich
verwijderd heeft, kan het hemelse licht zijn wezen niet doordringen.
(GJE1-19:12)
Geestesgesteldheid: Het komt
daarvoor helemaal niet op leeftijd aan, noch ook op het onderwezen worden;
wel op wat voor een geest men heeft! Leren moeten alleen het lichaam en de
ziel; terwijl de geest reeds alles uit God in zich heeft! JVJ 55-23
Gehazi – de profeet Elisa had eens een Syrische generaal – Naäman – van melaatsheid genezen door hem aan te raden zich
zevenmaal in de Jordaan te wassen. Elisa wilde er niet voor betaald worden,
hoewel Naäman veel geld en goederen had meegenomen. Elisa’s knecht Gehazi vond dit
toch wel zonde en ging Naäman achterna met het
verzonnen verhaal, dat Elia gasten had gekregen. Voor
hen zou Elisa toch wel iets willen hebben. Naäman gaf
Gehazi wat deze vroeg; blij iets te kunnen doen. Toen
Elisa dit ontdekte, kreeg Gehazi voor straf de ziekte
van Naäman.
Geheimen: Er is niets zo verborgen, dat het niet zichtbaar is aan
Mij en er is ook niets zo geheim, dat Ik het niet zou weten - [Mathh.10:26] [bron: GJE1-138]
Geld – Darius de Grote [522-486 v. Chr.] was de eerste vorst die
gouden en zilveren geldstukken liet maken; voorheen gebruikte men staven,
ringen en stukken gewogen metaal, die een bepaalde waarde vertegenwoordigden,
om zaken mee te doen – ook graan en andere goederen als betaalmiddel; echt
gemunt geld leerden de Israëlieten in hun ballingschap kennen; eigen Hebreeuwse
munten zien we pas ca. 160 v. Chr. verschijnen en dan niet met de beeltenis van
een vorst erop, maar met symbolen van vruchtbaarheid;
Gelijkenissen - Ik zal spreken in gelijkenissen en zal vertellen, wat
vanaf het begin der wereld voor alle mensen een geheim was! (Matth. 13:35) - bron: GJE1-192 - Hebben de profeten dan niet bijna allen
zonder uitzondering van Christus voorspeld, dat Hij slechts in gelijkenissen
Zijn boodschap zou brengen en niet zonder gelijkenissen met de mensen zou
spreken?' - Wij moeten proberen onze geest
wakker te maken door volgens Gods geboden te leven. Pas als de geest wakker is,
zullen wij begrijpen, wat de Heer door middel van zo'n overeenkomstig beeld in
gelijkenisvorm allemaal gezegd en geopenbaard heeft, en juist hierin zal Zijn
goddelijk woord zich eeuwig van ons menselijk woord onderscheiden. bron: GJE1‑42
Genade - Petrus beschuldigt de Heer van
een bepaalde onrechtvaardigheid en zelfs een tirannieke wreedheid. Jezus geeft
hem te kennen dit niet mooi te vinden. En vooral des te minder mooi, omdat Petrus immers weet, wie de Heer is, Die toch heus wel beter
het aantal mensen op aarde kent, die Hem nog niet kennen. Hoe zou de Heer van
het leven zulke onwetende en onschuldige mensen dan kunnen richten en
verdoemen? De Heer komt dus terug op de vorige -niet bepaald wijze- uitspraak
van Petrus. Als een volk gewetensvol naar hun leer
leeft en handelt, ook al is die verkeerd en bevat die afgoderij, dan is dat in
de ogen van de Heer nog geen zonde of weinig zonde. Want zo’n volk weet niet
beter, maar leeft wel in een duistere dwaling. Eénmaal
aangekomen in de andere wereld zullen ze alles over het Licht van de Heer licht
ontvangen.
Dan geeft Jezus een mooi voorbeeld van de nachtelijke wandelaar die in
het donker allerlei gespuis op de weg ziet en een boomstronk voor een
straatrover houdt en een grote steen op de weg voor een hyena. Maar als de
wandelaar overdag nog eens dezelfde route zal lopen, zal hij zich schamen voor
zijn onterechte angst en kan hij over zijn domheid lachen. Overledenen en
onwetende zielen vinden aan gene zijde hun pad eerder gemakkelijker dan zielen
die met gemak hebben kunnen zien, wie de Heer is. Maar hun wereldse instelling
wil dit niet toe staan. Ook éénmaal aangekomen in het
geestenrijk ontvluchten en verachten zij deze waarheid nog meer. Maar de Heer God zal
hen nooit persoonlijk richten, maar wel de eeuwige waarheid, die in hen woont.
Een ziel kan zichzelf ook daar verwerpen. Als troost kan de verloren zoon
echter altijd terugkomen. Gelukkig
heeft de vader vele woningen in Zijn Rijk, d.w.z. veel leerscholen en
opvoedingsinrichtingen, waar zelfs de ergste menselijke duivel nog bekeerd en
verbeterd kan worden. (GJE10-154)
(Opmerking: in de eerste en tweede helgebieden als verschijnsels!)
Genegenheid - Het meisje moet tot op het laatste moment maar zeer
weinig laten merken dat zij in haar hart een man op een speciale manier genegen
is, pas als het serieus wordt, moet zij de man die haar tot vrouw wil nemen,
een kijkje in haar hart geven, ‑anders verleidt zij hem op een onjuist
moment, en als er zich dan mogelijkerwijs hindernissen voordoen, maakt zij zijn
hart treurig en zijn gemoed onrustig! En dat is allemaal erg kwalijk.
Zo is hier een heel onverwacht huwelijk gesloten,
dat wel een van de gelukkigste op de gehele aarde genoemd mag worden. En
daaruit blijkt, dat iemand datgene wat hij Mij geheel offert, nooit verliest,
maar gevuld met de grootste zegen terugkrijgt op een moment waarop hij het wel
het minst verwacht. Dit is een lering voor ieder, die dit horen of zelf lezen
zal, want op deze wijze kan men alles van Mij verlangen. Wie alles aan Mij
offert, die offer Ik ook alles; wie echter gul offert, maar daarbij toch nog
veel voor zichzelf behoudt, die ontvangt slechts dat terug, wat hij geofferd
heeft. Bron: GJE2-44
Gennesaret – Chinneret,
Gennesareth, Gennezareth –
stad op de noord-westelijke oever van het meer van Galilea – in Nafteli – wordt ook
zee van Tiberias of zee van Galilea
genoemd; het meer is ca. 21 km lang en 12 km breed; de jordaan
stroomt er van noord naar zuid doorheen;
Genezijde - Want na dit leven komt nog een leven, dat nooit
eindigt, of het nu goed is of slecht, -het duurt even lang. En voor die eeuwige
tijd geef Ik nu reeds een rechtvaardig oordeel: Ik vervloek al de steden,
waarin Ik zoveel goeds gedaan heb en waarvan Ik nu een loon ontvang zoals
jullie dat zojuist hoorden! GJE1-148 [2]
Georgië - Dit land
bevindt zich precies in het gebied, dat historisch en door de Bijbel wordt
aangeduid als Gog, Mesechg
en Tubal. [zie verder Ezechiël 38,39];
Gerasa (Jerasj),
niet ver van de rivier de Jabbok waar Jakob zijn worsteling had.
Gerizim – Gerizzim – een tweelingberg met de Ebal
in het gebergte van Efraďm ten noordoosten en
zuidoosten van Sichem; zie ook Richteren
9:7, Joh.4:20; deze berg is 870 m hoog en ligt tegenover de berg Ebal; het dal daartussen pronkt met de mooie naam Sichem; hier maakte God een verbond met Jozua,
zoals dat verteld wordt in Joz. 24; de Samaritanen
vieren elk jaar het paasfeest zo dicht mogelijk bij de top [de plaats heet nu
NABLOES];
Germanus - betekent in het Latijn broeder; 2000 jaar geleden waren de
Germanen nog heidenen en er was geen
enkele spoor meer over van geestelijke ontwikkeling te ontdekken. Toch waren de
Germanen van die tijd – eens in
Azië, de wieg van het mensengeslacht en hadden uit de hemelen de rechtstreekse
opvoeding genoten. [GJE2-211,212]
Gestas – Naam van de ‘slechte’ moordenaar , die met Jezus werd
gekruisigd; de andere ‘goede moordenaar’ heette Dysmas;
Gesur
[brugland] was de vader van Davids derde vrouw Maälka
en dus grootvader van Absalon. Naar hem vlucht Absalon [2 Sam. 13:37]
Gethsemane –
olijvenpers – terrein in het Kidrondal aan de voet
van de Olijfberg, waar Jezus zich voorbereidt op Golgota;
deze tuin lag aan de weg Jeruzalem-Bethanië, vlak bij
de Olijfberg; de tuin bestaat nu nog en is het eigendom van Fransiscaner
monniken;
Gevaren - Als je op de weg
een adder ziet loeren, ontwijk die dan; want de gehele aardbodem is nog lang
niet met adders bedekt!' Ook de nacht moet er zijn, net zo goed als de dag,
opdat de mens de waarde van het licht erkent. Overdag heeft geen mens behoefte
aan het licht van de lamp, maar als de nacht komt, voelt ieder mens heel
smartelijk het ontbreken van het licht. Zo veel het hem mogelijk is, steekt hij
een licht aan en een zwak schijnsel maakt zijn kamers voor hem al
aantrekkelijker dan het zo vaak voorkomende aardedonker. bron: GJE2-18 en GJE2-203
Gezichtsbeeld Jezus - Het enige gezichtsbeeld van Jezus werd in
opdracht van de Turkse keizer afgenomen in de schatkamer van Constantinopel – door de paus Innocent de 8ste
(1488-1492) om zijn broer vrij te krijgen, die gevangen was door de christenen.
Geweld - Want zolang je nog met geweld in toom gehouden en geleid
moet worden, ben je een duivel; maar als je je door
de liefde, de zachtmoedigheid en het geduld Iaat leiden, ben je als een engel
van God, en waard om een kind van de Allerhoogste te zijn! Met liefde bereik je
alles, het geweld haalt alleen de duivel maar uit zijn slaap! En als die wakker
is, kun je niet veel goeds voor de aarde verwachten! Daarom is het veel beter,
dat de liefde en de zachtmoedigheid in de mensen groeit en altijd wakker blijft
en dat daardoor de duivels de kans krijgen om te slapen en te rusten zodat ze
de aarde geen kwaad doen, dan dat men de duivels met het dreunende lawaai van
het geweld wakker schudt, waarna zij dan de aarde en alles wat daarop is te
gronde richten! Zeg maar eens, wat je daar tegen inbrengen wilt en kunt!'
[GJE1-76 [3-5]
Gewichten
en maten – een efa
= 3,6 liter; een dagreis = 20 mijlen, een mijl = 1480 meter, een el = 50 cm.,
een juk = 50 are, een sabbatreis = 2000 el, stadie = 185 m;
Gibeon - Dit betekent ‘ommuurde wijngaard’.
Het stadje lag 10,5 km ten Noorden van Jeruzalem. Daar zijn handvaten van
kruiken gevonden met het woord Gibion. Het is het
stadje El-Jib, vroeger het oude Gibeon.
Gideon – [boomveller] zoon van Joas, een Abiëzriet te Ofra – één van de vijf grote richteren
– uit de stam Manasse – Joz.16:2: hij wordt geroepen
om Israël te verlossen. Richt. 6:14, 26 – begeert het koningschap niet – sterft
op hoge leeftijd;
Gilboa – springbron – gebergte van 500 meter hoogte in Issakar, tussen de vlakte van Jizreël
en de Jordaan;
Gilgal – [steenkring] – in de omgeving van de Jordaan – 2
Kon.2:1 – op het gebergte van Efraďm of aan de voet
van de Gerizim – 2 Kon.2:1, Deut.11:30;
Goa = heuvel bij Jeruzalem;
Goeddunk
- Wees wat u wilt en Ik zal ook zijn wat Mij goeddunkt.
[bron: GJE1-118]
God is ook vrouwelijk – De
Heer: ‘Ik ben een man en vrouw tegelijk in Mijn
diepste Godheid; maar niet zoals jullie denken.
Dus is de vrouw in Mij de Wijsheid dat eeuwig straalt, en eeuwig
voortdurend in gelijke kracht en sterkte gewekt wordt in de liefde. Deze
wijsheid is de liefde van God en eeuwig kenmerkend onafscheidelijk van de
rechterhand van de vrouw, met wie Ik eeuwig als enige God toch alle dingen heb
voortgebracht – en geen andere vrouw nodig was, de enige eeuwige ware
liefdevolle God, van eeuwigheid de Man, de eerste eeuwige en de laatste
eeuwige!’
Godshuizen: Waarin broeders samen zullen komen om dan de ene,
alleen ware God de eer te geven. En hun kinderen zullen in de godshuizen
onderwezen worden in de leer die Ik nu aan de mensen geef voor hun tijdelijke
en eeuwige heil. bron: GJE2-172
Golangebergte -
5-30 kilometer oostelijk van het meer an Galilea;
Golgotha – Calvarië,
Kalvariën – schedelplaats, schedelvorm – op deze
plaats zou [volgens de legende] de schedel van Adam zijn begraven – vroeger een
plaats buiten Jeruzalem – Hebr. 13:12;
Goliat – betekent glans – een filistijnse reus die door David wordt verslagen; hij leefde
1000 v. Chr. was langer dan 2 meter en droeg een pantser van 80 kilo; David
onthoofde hem, toen Goliah getroffen werd door een
steen in zijn voorhoofd; het zwaard hing later in de tempel van Nob;
Gomorra – samen met Sodom
genoemd – zuid-oostelijk van de Dode Zee of onder dit
meer;
Gosen – vruchtbaar landsteek in Egypte toegewezen door Jozef
aan zijn vader Jakob en de zijnen; De
feitelijke tijd, dat de Israëlieten in het land Gosen,
dat in Egypte lag, gewoond hebben, daarvan is het aantal jaren circa 210; gerekend vanaf Abraham zijn er dan
nog ongeveer 220 jaar voorbijgegaan, met een totaal van 430. Zij mochten de
Egyptische kalender niet aanhouden. [Exodus 12:2]
Gouden kalf: toen de Israëlieten ongeduldig 40 dagen wachten op Mozes,
die op de berg Horeb was, maakten zij een gouden kalf
en aanbaden het; De Heer noemden toen Zijn volk niet meer ‘Mijn volk’, maar zei
tegen Mozes: ‘uw volk’; dit gouden kalf vermorzelde Mozes tot pulver en wierp
het in de zee en liet het volk daarvan drinken [homeopathische remedi];
Graf van Jozef van Arimathea - Zou gezocht kunnen worden in de vlakte van Rephaim vlakbij het oude Jeruzalem;
Groep Lorber - Op dit moment ga
Ik bij hen staan, leg Mijn handen op hun schouders en zeg: 'Zo is het goed,
Mijn beste vrienden! Waar jullie zo in Mijn naam bij elkaar zult zijn, daar zal
Ik, weliswaar niet zichtbaar, maar dan toch jullie zo krachtig mogelijk
versterkend, in jullie midden zijn! – ZIE OOK (Mark. 9,38-40) - GJE1-73
[9]
Grondbezit – De Heer daarover: ‘God heeft het
niet ingesteld dat mensen de grond in bezitnamen, maar de zelf en
heerszuchtige mensen hebben dat gedaan! ‘Die hebben zulke wetten en zo'n
regeling getroffen. Maar bij het begin der wereld was het niet zo, toen was
heel lang de hele Aarde het bezit van iedereen! Toen echter uit die mensen de
kinderen van Kaďn een deel van de Aarde in vast en erfelijk bezit hebben
genomen en daarvoor wetten en een zelf en heerszuchtige orde hebben gemaakt,
toen duurde het dan ook geen duizend jaar meer! God hield de komende zondvloed
niet tegen, waardoor allen verdronken, op een paar na, die behouden werden. En
zo zal het weer gaan! God is weliswaar zeer lankmoedig en heeft veel geduld,
maar Hij zal jullie gedoe weldra moe worden; en let dan eens op wie na jullie
de bezitter van de Aarde wordt! God. [bron:
GJE1-124]
Grondrust - In het
zevende jaar moet een grondstuk met rust worden gelaten. Het braak leggen is
een belangrijk middel om de oogst zo gezond mogelijk te houden en om de grond
niet uit te putten.
[bron:
Het Bijbels Namenboek Jurriaan Wijchers en Simon Kat,
Bijbels woordenboek Lize Stilma
& De Nieuwe Openbaringen – Jakob Lorber – 1840]
UpToDate 2024-2025